Paarden en teken; wat te doen?

De laatste jaren is de hoeveelheid teken in het algemeen enorm toegenomen. Sommige teken dragen de Borelia-bacterie, de veroorzaker van de ziekte van Lyme en bij paarden tevens de ziektes Piroplasmose en Anaplasmose. Aangezien teken zich in bossen, beschutte weilanden, duinen en op de heide ophouden vormen ze ook voor paarden een gevaar. Ze zijn actief van maart tot november maar na een zachte winter kan je ze al eerder vinden. Gelukkig hoeft niet iedere tekenbeet meteen Lyme te veroorzaken. Wanneer ze minder dan 24 uur op het paard geplakt zitten is de kans vrij klein dat de bacterie overgedragen is. Ook kan het afweersysteem van het lichaam in actie komen en de bacterie tijdig opruimen. De ziekte van Lyme kan bij een paard symptomen geven als lage koorts, wisselende kreupelheden, gewichtsverlies, maandblindheid, neurologische verschijnselen, gewrichtspijn en spiergevoeligheid.

Hoe voorkom je een tekenbeet? 

Zomers staan veel paarden met een vliegendeken in de weide. Een deken voorkomt helaas geen tekenbeten aangezien de benen niet bedekt zijn en ze omhoog kunnen kruipen waar ze zich graag ophouden op plekken als de liezen en de oksels. In tegenstelling tot honden en katten zijn er voor paarden geen sprays op de markt om ze te beschermen tegen teken. Etherische oliën (zoals tea tree- en citroenolie) zouden een positieve werking hebben op het weren van de kleine beestjes. Het beste is om paarden niet in te lang gras te laten grazen (tijdig maaien) en tijdens buitenritten niet te veel van de gebaande paden te gaan. Daarnaast is het dagelijks controleren op teken in de avond verstandig.